Componeren kan een heel intensieve bezigheid zijn. Van de momenten waarop het heel goed ging kan ik mij eigenlijk niets meer herinneren, het ging dan als het ware vanzelf. In mijn composities speelt de piano altijd een belangrijke rol. De meeste stukken zijn voor piano solo, daarnaast twee stukken voor piano en orkest waarvan ik er één heb uitgevoerd met het Deventer Kamerorkest o.l.v. Martin Buninga, daarnaast nog stukken voor één of meer instrumenten met pianobegeleiding. Bij die laatste horen de zeven “Flower Fairy” boekjes van Mary Cicely Barker voor fluit en piano, hobo en piano en fagot en piano. Tijdens een uitvoering daarvan worden de teksten en de afbeeldingen van de bloemenelfjes voor het publiek geprojecteerd en de fluit, hobo of fagot “zingt” dan de tekst.
Vanaf 2000 ben ik gestopt met componeren omdat ik meer tijd wilde hebben om mijn stukken in te studeren. Ik kan mijn stukken voor piano solo in vier recitals uitvoeren. Het eerste daarvan heb ik al gegeven en het is de bedoeling dat de andere drie de komende jaren volgen.
Voor leerlingen componeer ik nog steeds stukken op maat, met name voor de groepslessen aan kinderen. Daarnaast werk ik aan een leergang voor piano voor zo ongeveer de eerste drie à vier jaar. Het derde deel, dat volgens plan even lang en even moeilijk is als de 25 melodische études van Burgmüller, is klaar. Hieronder één van die stukjes als voorbeeld en daar achteraan mijn eigen uitvoering van het eerste deel van mijn vierde sonatine.